De tegenpartij biedt mee - 9

 

Het Informatiedoublet van de tegenpartij (4)

Noord
Oost
Zuid
West
1
dbl
2
 

Wat betekent een sprong in deze situatie ? In standaard Acol geeft dit bod een opening aan met een 6-kaart schoppen. Er is natuurlijk helemaal niks op tegen om dit zo te gaan spelen, alleen…. je hebt er zo bar weinig plezier van. Ga maar eens na hoe vaak het voor zal komen dat partner een opening heeft, je rechtertegenstander een, en jezelf er ook nog een hebt. Dat op zich is al een zeer kleine kans. Het zal geen verbazing wekken dat als je er dan ook nog eens de eis aan stelt dat de hand niet alleen een opening maar ook nog eens een 6-kaart moet bevatten, je te maken hebt met een situatie die slechts zeer zelden voor zal komen. Bridge is toch vooral ook een spel van kansberekening en het is dan ook verstandig om je te richten op situaties die een (relatief) hoge verschijningsfrequentie hebben.

Noord
Oost
Zuid
West
1
dbl
2
 ?

Als westspeler ben je nu aan de beurt en je hebt het volgende in handen.

862 AV7 T86 H652

Als uitleg krijg je dat zuid een 6-kaart heeft en 0-6 punten. Je hebt nu een wezenlijk probleem. Alles wat je nu doet kan zowel fout als goed zijn. Stel dat je al de mogelijkheid hebt om 2 voor straf te doubleren. Wie zegt dat 2 niet zal worden gemaakt, al dan niet met een of meer overslagen ? Als je zou besluiten tot een bod op 3 niveau dan loop je weer het risico dat je al te hoog zit, terwijl het downspelen van 2 de enige kans op een plusscore bleek te zijn. Wie kan garanderen dat je geen manche mist als je besluit te passen ? Kortom, het 2-bod heeft je het leven behoorlijk zuur gemaakt. Het is dan ook niet voor niets dat in het moderne bridge de zwakke sprongen de ouderwetse sterke sprongbiedingen al lijken te hebben overvleugeld. Als je een goede lange kleur hebt of een goede fit met partner (en weinig punten) dan loop je zelf weinig risico terwijl je de tegenpartij alle ruimte geeft om zichzelf de das om te doen. Hoe moet dat dan met de sterkere of echt sterke handen ?

Noord
Oost
Zuid
West
1
dbl
?
 

A. AVB642 852 95 82

B. AVB642 A7 V52 73

C. VB9643 T95 5 742

Met hand A bied je hier gewoon 1. Dit zegt alleen maar dat je 6 of meer punten hebt en 4 of meer schoppens. En wat het allerbelangrijkste is, het is een 100% forcing bod waar partner beslist niet op mag passen. Na bv een herbieding van 1SA bij partner zul je 2 bieden. Met hand B (de hand waarmee veel mensen naar 2 zouden springen) bied je nu ook gewoon 1. Partners (verplichte) tweede bod zal veel duidelijk maken waarna je op zoek kunt naar het juiste eindcontract. Hand C is nu de hand waarmee je je voordeel kunt doen als je zwakke sprongen in je repertoire hebt opgenomen. Hiermee kun je nu naar 2 springen en je tegenstanders de nodige biedproblemen bezorgen zonder dat je eigen partner doorslaat. Hij weet immers dat hand C ongeveer de hand is die hij aan de overkant kan verwachten. Stel dat openaar noord de volgende hand heeft :

A754 7 HVB98 A7

En hij hoort het inmiddels bekende biedverloop

Noord
Oost
Zuid
West
1
dbl
2
  pas
?
 
 
 

Hij kan nu met een gerust hart meteen naar 4 springen.

HT8632 85 74 632

Deze povere collectie aan de overkant (bij zuid) garandeert vrijwel 10 slagen. De biedprincipes die een rol spelen in situaties waarin beide partijen zich met de bieding bemoeien (competitieve situaties) zijn eigenlijk steeds hetzelfde. A. Als je weinig punten hebt, maar wel een goede fit, of een lange kleur dan zet je de tegenstanders meteen voor het blok door hoog te bieden. B. Heb je samen de ruime meerderheid van de punten dan is het dus onnodig om te storen en bouw je de bieding in het algemeen langzaam op.