Bridgewereld in rep en roer

onthullingen Fred E." dringen olympiade naar achtergrond

Door Emile Jeurissen

Op zaterdag 26 augustus zat ik relaxed mijn krantje te lezen toen mijn oog viel op een artikel in de rubriek Vrijuit van het LD getiteld "Bridgers zijn geen kaarters." Mijn nieuwsgierigheid was meteen gewekt. Niet alleen vanwege mijn interesse voor zowat alles wat met bridge te maken heeft maar ook door de tweeledigheid van de titel boven het stukje. Bedoelde de schrijver dat bridgers méér zijn dan alleen maar kaarters of had hij de titel "bridgers zijn geen kaarters" bedoeld in de zin van: "die van Fortuna, dat zijn geen voetballers."?

Ik werd pas helemaal ineens klaarwakker toen ik de volgende passage las :

"Een tafel verder draait Fred Ermers (49) snel een shagje. Ik ben een kaartfanaat en bridge is van alle kaartvarianten de meest interessante en spannende."Het enige bezwaar volgens Ermers is dat de clubs zo veel 'oude lullen' tellen."Maar ik heb een paar vrienden van mijn eigen leeftijd meegenomen".

Ik wist het meteen toen ik het las. Dit zou een storm veroorzaken die zijn weerga niet kent. Nu hadden we plotseling onze eigen Geleense variant van de F(red) E(rmers) Fireworks affaire. Diezelfde dag stonden fax en telefoon roodgloeiend. Talloze woedende leden zouden Fred het liefst meteen als lid van de vereniging royeren. Een enkeling nam het voor Fred op en meende dat de inhoud van het artikel ontsproten moest zijn aan de duim van Ray Simoen (de verslaggever van het LD RED). Fred die vrienden meenam ?? Dat was toch wel heel erg onwaarschijnlijk.

Om een idee te krijgen van de opgeroepen emoties, ja zelfs sjoelbakkers en pikvogelaars stuurden boze brieven, een ingezonden brief die we ontvingen van mevr. G. Jeurissen.

Vol interesse las ik in de krant een stuk over bridge. Tot mijn verbazing gaf Fred Ermers ook zijn mening over de bridgers in het algemeen. (mensen zijn zelfs verbaasd als Fred zijn mening geeft RED) Hij schijnt het spel enorm spannend en interessant te vinden. Alleen stoort het hem dat de clubs zoveel oude lullen in hun midden hebben. Bravo Fredje, nog ruim 5 jaar en dan begin ook jij een oud lulletje te worden. Met 55 tel je al bij de ouderen, of wist je dat niet? Dus haast je om nog voor die tijd in de divisie terecht te komen. Persoonlijk heb ik niets tegen je maar dit moest me even van het hart. Een van de oude l…… wenst je verder nog heel veel bridgegenot met je jeugdige vriendjes.

Tja, en zo kwamen er nog vele binnen. Om eerlijk te zijn was dit nog een van de mildste reacties. Eén anonieme inzender hoopte dat Fred in zijn hele verdere leven nooit meer een contract zou maken. (en dat zou nog wel eens kunnen uitkomen RED)

Klopt het nou eigenlijk wel wat onze vriend Simoen in het gewraakte artikel geschreven heeft ?

Als zelfs onze vorstin haar twijfels heeft geuit over de integriteit van de schrijvende pers dan zou het op zijn minst netjes zijn om Fred niet meteen aan een volksgericht te onderwerpen maar eerst eens na te gaan of Fred inderdaad gezegd heeft wat er in het Limburgs Dagblad stond. Nou is dat natuurlijk moeilijk omdat je al snel in een uitzichtsloze welles-nietes situatie verzeild raakt maar wellicht worden we iets wijzer als we eens kijken naar wat voor een kerel Fred nou eigenlijk is.

Ik heb zelf meerdere malen met Fred als tegenstander een kaartje gelegd in de huiselijke sfeer en het moet eerlijk gezegd dat Fred naar mijn stellige overtuiging helemaal niet zo'n kwaaie vent is. Toen we eens op een vrijdagavond bij mij thuis speelden was dat een buitengewoon genoeglijke aangelegenheid. Oké, hij keurde mijn 93-jarige buurman geen blik waardig toen deze een kopje suiker kwam lenen en ook waren er na afloop enkele stukken huisraad op mysterieuze wijze verdwenen maar verder zult u van mij geen onvertogen woord horen. Alleen mijn vrouw vraagt nog wel eens met een panische blik in de ogen of "die man met die grijze baard" er ook bij is als ik haar zeg dat er wat bridgers op bezoek komen.

Een volgende punt in het voordeel van Fred is mijns inziens de nauwe familieband met José Boesveld. Ons aller José mag ik wel zeggen die op zo'n voortreffelijke wijze de Public Relations afdeling van onze vereniging voor haar rekening neemt (misschien kunnen we hier nog wel eens wat van leren Fred). Als laatste verdedigingsstuk is hier de integrale tekst van een reactie van Fred zelf zoals deze werd gepubliceerd in het LD.

Het is hoogst ongebruikelijk te reageren op uitspraken van jezelf die je niet gedaan hebt. Door reacties van o.a. mij onbekende personen zie ik mij hiertoe helaas genoodzaakt. In het artikel "Bridgers zijn geen kaarters" in het LD van 26 augustus zou ik gezegd hebben dat veel bridgeclubs bestaan uit 'oude lullen'. Afgezien van het feit dat het vrouwelijk schoon in het merendeel der clubs de overhand heeft, pleeg ik mij niet in zulke banale metaforen uit te drukken. Die spreken waarschijnlijk meer de schrijver van het stuk aan. Leeftijd is voor mij van ondergeschikt belang (althans bij het fascinerendste kaartspel ter wereld). Een regel verder lees ik tot mijn verbazing dat ik vrienden meegenomen zou hebben om de gezelligheid in de club te bevorderen. Welnu, niets is minder waar. Ik heb mij zo'n twee jaar geleden helemaal alleen - zonder vrienden - als lid aangemeld bij BC Bronsbeek, waar ik vrijwel niemand kende. Hier ben ik gaan bridgen met een mij tot dan onbekende partner. Tot op heden heeft zich nog geen van mijn vrienden als lid van deze vereniging aangemeld. Ik vraag mij af wat de journalist tot het schrijven van zulke nonsenspassages gedreven heeft Was het artikel niet smeuïg genoeg? Lijdt hij wellicht aan selectief geheugenverlies of heeft de seniliteit al in een vroeg stadium bij dit jeugdig heerschap genadeloos toegeslagen? Hopelijk gaat uw verslaggever in de toekomst zorgvuldiger te werk, zodat de lezer Dichtung van Wahrheit kan onderscheiden.

Banale metaforen ? Dichtung en Wahrheit ? Gooi leeg die emmer! Fred doet zeker zijn best om zich van alle blaam te zuiveren. Hier is een erudiete geest aan het woord die de nodige emotie in zijn lezerspubliek weet op te roepen. Ik moest enige tranen wegpinken toen ik in gedachte kleine Fredje (kniekousen, petje van de padvinderij) voor de grote poort van de BC Bronsbeek zag staan, helemaal in zijn eentje, zonder vrienden. Hector Malot zou het niet eens hebben kunnen bedenken.

Bronsbeek? Waar doet dat toch aan denken? Was dat niet een rustoord voor BEJAARDE KNIL officieren in de buurt van Arnhem? Of was dat Bronbeek? Ik weet het even niet meer.

Alle stukken overziend denk ik toch dat we kunnen vaststellen dat Fred op zijn minst het voordeel van de twijfel heeft verdiend en dat krijgt hij wat mij betreft dan ook. Case closed.