Het werkwoord 'do' is een heel belangrijk werkwoord
Het kan hoofdwerkwoord zijn
I do the dishes every day - Ik doe elke dag de afwas.
Het kan een hulpwerkwoord zijn
als hulpwerkwoord is 'do' belangrijk bij het maken van vragen en ontkennende zinnen
do
I don't
You don't
He,she it doesn't
We don't
You don't
They don't
verkorte vormen
I do
You do
He,she it does
We do
You do
They do
Ik doe
Jij doet
Hij/zij/het doet
Wij doen
Jullie doen
Zij doen
present
I don't (do not)
You don't
He,she it doesn't (does not)
We don't
You don't
They don't
negative (met not)
I do
You do
He,she it does
We do
You do
They do
Ik doe
Jij doet
Hij/zij/het doet
Wij doen
Jullie doen
Zij doen
present
I didn't (did not)
You did
He,she,it did
We did
You did
They did
negative (met not)
I did
You did
He,she,it did
We did
You did
They did
Ik deed
Jij deed
Hij/zij/het deed
We deden
Jullie deden
Ze deden
past
exercises